woensdag 5 september 2012

catograaf

Op een dag in Nederland kwam mijn 10 jarige zoon blij uit school. 'Mam, ik ben ergens heel goed in! Ik had het hoogste cijfer van heel de klas.' 'O wat leuk', antwoordde ik verrast. 'Wat was het dan?' 'Weet ik niet', zei mijn zoon. 'Iets met catografie ofzo.'
'Bedoel je cartografie, met kaartlezen? Of geografie met aardrijkskunde?' 'Nee', zei hij beslist. 'Dat was het niet.'
'Wat moesten jullie dan doen?' probeerde ik via een andere weg, brandend van verlangen er achter te komen waar mijn zoon nu toch opeens een ster in bleek te zijn. 'O. dat weet ik niet meer' was zijn antwoord. En wat ik verder ook probeerde, hij kon me met de beste wil van de wereld geen aanwijzing geven over het vak waar hij zo goed in was. Einde oefening. Tot op heden tasten wij in het duister over het talent van onze huiscatograaf.
Vandaag kwam hij weer blij uit school. In de auto haalde hij een voorwerp uit zijn tas. 'Dit is het ding dat ik gemaakt heb', zei hij. Ik keek naar het voorwerp van draadijzer dat hij achteloos in zijn hand hield. 'Jeetje zeg, wat ontzettend mooi!', zei ik. 'Wat is het?' Het had wat weg van een kaarsenstandaard. 'Weet ik niet', zei mijn zoon. 'Gewoon een ding.' Ik vond dat hij wel een punt had. Niet alles hoeft met woorden geduid te worden. Zeker niet voor catografen die mooie dingen maken.